Het verlies van een levenspartner kan niet alleen emotioneel ingrijpend zijn, maar ook financiële implicaties hebben die men vaak over het hoofd ziet. Een veelvoorkomend probleem is de verlaging van het ouderdomspensioen na het overlijden van een partner. Hoewel dit oneerlijk en onlogisch kan lijken, ligt de verantwoordelijkheid vaak bij complexe pensioenregelingen en wetten. Begrijpen hoe deze regelingen werken en voorbereid zijn, kan helpen om financiële verrassingen te voorkomen.
Verlaagde ouderdomspensioen
Marijke ontving een maand na het overlijden van haar partner een brief van pensioenfonds ABP, waarin werd uitgelegd dat haar ouderdomspensioen zou dalen. De brief gaf aan dat de aanvulling op haar pensioen zou stoppen vanwege veranderingen in haar AOW. Eerder had ze deze aanvulling gekregen omdat haar partner een eigen pensioen ontving.
De aanvulling die hier wordt genoemd, staat bekend als de ‘aanvulling samenvallende diensttijd’. Deze regeling werd in 1995 ingevoerd om een eerdere fout in de ABP-regels te corrigeren. Voor tweeverdieners werd een te hoge AOW-korting toegepast, resulterend in een jarenlang te lage pensioenopbouw.
Aanvulling samenvallende diensttijd
Bouwde je voor 1995 pensioen op bij ABP en tegelijkertijd je partner pensioen bij een ander fonds? Dan heb je te weinig pensioen opgebouwd en ontvang je een aanvulling na het bereiken van de AOW-leeftijd, mits je deze aanvulling zelf aanvraagt. Velen waren echter niet op de hoogte van deze regeling tot Max Meldpunt dit in 2020 belichtte.
Na deze uitzending dienden duizenden mensen, waaronder Marijke, een aanvraag in en ontvingen ze meer pensioen. De aanvulling vervalt echter als de partner overlijdt, wat Marijke verbaasde. Ze moest zelfs een deel van de pensioenaanvulling terugbetalen voor de maand waarin haar partner overleed.
Volgens een ABP-woordvoerder vervalt de aanvulling samenvallende diensttijd omdat er geen sprake meer is van gelijktijdige pensioenontvangst als de partner overlijdt. Dit betekent dat de aanvulling stopt als de partner geen pensioen meer ontvangt.
Het vervallen van deze regeling bij het overlijden van de partner heeft te maken met de pensioenopbouw en de AOW-regelingen. Bij pensionering bouw je immers geen compleet pensioen op, aangezien je ook AOW ontvangt. De franchise – het deel van het jaarloon waarop geen pensioen wordt opgebouwd – is meestal berekend volgens een volledig AOW-bedrag.
Als je partner overlijdt en je een volledig AOW-bedrag verdient, klopt de franchiseberekening weer, waardoor je niet meer te weinig pensioen hebt opgebouwd. Dit verklaart waarom de aanvulling vervalt.
Maar zelfs na het verlies van een partner, betekent dit niet dat je helemaal geen recht meer hebt op een extra pensioenaanvulling. Als je uit het pensioenfonds van je partner een nabestaandenpensioen ontvangt, is het mogelijk opnieuw recht te hebben op een aanvulling samenvallende diensttijd.
Dit recht geldt onder drie voorwaarden:
- Jij of je overleden partner heeft voor 1986 pensioen opgebouwd bij ABP.
- Jij of je overleden partner bouwde tegelijkertijd pensioen op voor dat jaar.
- Jij hebt de AOW-leeftijd bereikt.
Omdat deze aanvulling niet automatisch wordt toegekend, is het essentieel om zelf na te gaan of je recht hebt op deze regeling. Deze kennis is cruciaal in situaties waarin men een partner verliest en financiële tegenslagen wil vermijden.
Het begrijpen van pensioenregelingen en mogelijke veranderingen na het overlijden van je partner is noodzakelijk om goed voorbereid te zijn op financiële veranderingen. Regelmatig je pensioenregeling controleren en op de hoogte blijven van relevante informatie kan helpen om onnodige verrassingen te voorkomen en je toekomstig financieel welzijn te waarborgen.
Bron: Radar
Vond je dit een interessant artikel? Deel het op facebook met je vrienden en familie.